Tobias' droom: een behandeling tegen hersenstamkanker

Waarom ik de ruimtevaart er in wil hebben.

“Jij naar een film over de ruimtevaart?” begint ze verontwaardigd.
“Ja” stamel ik.
“Maar jij houdt helemaal niet van films. De laatste keer dat wij gingen…” vervolgt ze.

Oh wat is ze scherp vandaag….

Ik ga nooit naar de film. Die stoelen? Ik val in slaap. De rode draad van het verhaal, ben ik na vijf minuten kwijt.  De laatste keer dat ik met Evelien naar de film ging, kan ik me niet herinneren. Als het aan haar gelegen had gingen we regelmatig, maar ik ben de storende factor. De film….daar ga ik niet heen.
Maar in juli ging het anders. Ik zei: “aanstaande dinsdag ga ik om 9.45 uur naar de bios. Een film over de ruimtevaart. Een film over de eerste stap op de maan. Iets waarvan men lang dacht dat het niet kon.” Ze proestte dus de slok koffie zo weer uit.

Ruimtevaart.

In juli van dit jaar was het 50 jaar geleden dat de mens voor het eerst een voet op de maan zette. En daar is een documentaire over gemaakt. Apollo 11, naar het gelijknamige ruimteschip. Een grootse documentaire waarbij de regisseur gebruik kon maken van 50.000 uur in 35 en 70 mm film.
Je zult je wel afvragen hoe ik daar terecht kom. Nou door Derk. Derk houdt van vliegtuigen, jazz, Ollivier B. Bommel en hij houdt van uitspraken van Churchill. En Derk souffleert verhalen voor belangrijke mensen. Om deuren te openen. Of juist om deuren dicht te houden.
“Reits…… je moet naar die film. Fenomenaal.” hij vervolgt “daar gebeurt iets wat voor onmogelijk werd gehouden. Daar gebeurt iets wat als droom begon en wat uiteindelijk gelukt is. Ruimtevaart in de puurste vorm.” We zitten buiten een koffietje te drinken. En verdikkie…. hij zet weer iets bij mij aan. Hij opent een deur.

Bioscoop.

Het is dinsdagochtend 9.45 uur in Pathé Zwolle. Op naar zaal 11. Ik verwacht dat ik alleen zou zijn. Maar niet is minder waar. Mensen. Heel veel mensen. Heel veel mensen voor Apollo 11. Koffie. Popcorn. En een colaatje voor de meegenomen kinderen. Apocalyptisch is het begin. De raket wordt verplaatst op een rupsbandenapparaat die je in de bioscoopstoel doet trillen. Van geluid. Van omvang. En door de grootte van de machine.  Je maakt kennis met Neil Armstrong, Buzz Aldrin en Micheal Collins die iets gaan doen waar 50 jaar later nog over wordt gesproken. De beelden van de controlekamer spreken boekdelen. Allemaal mannen met witte overhemden en grote koptelefoons die achter knoppen met knipperende lampen zitten. De spanning stijgt in de film én in zaal 11 als de astronauten zitten en de motoren van de raket worden gestart.

Loskomen.

En daar gaan ze. De energie die wordt opwekt om los te komen is enorm. Onmetelijk. In de wijde omtrek zijn rookpluimen te zien. Ik zit op het puntje van m’n stoel. Ik merk zelfs dat ook maar enige vorm van concentratieverslapping (wat eigenlijk heel normaal is voor mij in de bioscoop) niet in mij op komt. Wat moet dat wat zijn als je in de raket zit. Niet wetende of het lukt. Terwijl de hele wereld mee kijkt. De eerste keer. De aller-eerste keer.
Heel veel denk-werk vooraf. Tegenslagen. Twijfel. Getouwtrek over belangen en gedonder over geld. En dan de eerste meters loskomen. Hoe moet dat gevoeld hebben?

ruimtevaart

Aftellen.

En dan gaan ze echt. Hoger en hoger. Tot het punt dat ze er zijn. Hun droom ligt binnen handbereik.
Een trappetje komt uit de capsule. Mensen in de bioscoop houden hun adem in als Neil Armstrong het trappetje afloopt. Dan zet hij als eerste mens een stap op de maan. En zegt de memorable woorden:
“That’s one small step for [a] man, one giant leap for mankind”.
Zaal 11 is opgelucht.

bemanning apollo 11

Schouder.

Terwijl ik de beelden tot in mijn poriën tot mij neem, de ruimtevaart tot in mijn vezels beleef, gebeurt er iets op m’n rechterschouder. Daar zitten Neil, Buzz en Mike. In hun astronauten pak.
“Dag heren” zeg ik.
Ze zeggen niks.
“Ik heb gezien hoe jullie het gedaan hebben, nou ga ik ook.” vervolg ik.
Stoicijns blijven ze naar me kijken.
“De droom om als eerste op de maan te komen is jullie gelukt. Het is mijn droom om een ziekte op te lossen. Het maakt me niet uit wie het doet of hoe het gebeurt, als het maar gebeurt. Om er te komen heb ik ruimtevaart nodig.”
Dan kijken de drie ruimtevaarders mij vragend aan?
“Ruimtevaart?” zeggen ze in koor.
“Ja” zeg ik…. “als in twee woorden. Ruimte. Vaart. De ruimte om beweging te maken, de vaart om de ontwikkelingen elkaar op te laten volgen. En zo gaan wij bij onze droom komen. Net als jullie.”
Daarna zeggen ze niks.
Drie duimen gaan omhoog.
En zo onaangekondigd als ze kwamen, zo verdwijnen ze ook weer.

Dan gaan de lichten aan.
Ik sta op.
Bioscoop uit. En het moment dat ik m’n eerste stap uit zaal 11 zet, weet ik….
Het begint met een droom.
En dan ruimte.
En vaart.

 

Man on a mission.

 

2 gedachten over “Waarom ik de ruimtevaart er in wil hebben.”

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.