Tobias' droom: een behandeling tegen hersenstamkanker

Het huis van Tobias.

Terwijl ik het smalle paadje op rij, slaat m’n hart op hol. Allerlei gedachten schieten door mijn hoofd. Maar de belangrijkste…. zal het huis van Tobias er nog staan? Ik ben 1300 km van huis en bijzonder zenuwachtig.
Ik ben op vakantie in Frankrijk en rij 50 meter van het huis dat Bas en ik bijna kochten in oktober 2017. Inmiddels is het huis verkocht, wat ik helemaal prima vind. Precies op de plek waar ik rij, had ik Tobias aan de lijn en hoorde aan hem dat het niet goed zat. Dat het slecht was. En nu 18 maand later ben ik daar terug. Hier.
43.343386, 0.821554

Hoe ik Frans praat.

Ik parkeer mijn auto. En heb me voorbereid op een Frans gesprek. Eigenlijk ken ik de eerste twee zinnen en voor de rest zie ik wel. Ik snap dat jij razend benieuwd bent naar mijn twee Franse zinnen. Maar ho ho ho zo werkt het niet. Ik praat met handen en voeten. Met gebaren en ik wijs. Ondersteund door wat palpatische keelklanken. Dat zijn mijn 2 Franse zinnen. En dat is hoe ik Frans praat.
Overigens vindt Evelien het prachtig. Als ik bijvoorbeeld contact maak op de camping, ligt zij dubbel. En dat mag. Zij mag lachen. Ik gun haar dat.
Maar zij gaat niet. Het is voor haar de plek waar het allerergste ooit begon. De plek des onheils. Het is de plek waar ik hem belde. En daar gaat zij niet heen. Dus zij rijdt niet mee het smalle paadje op. Zij gaat geen getuige zijn van mijn gesprek waarin ik twee zinnen heb voorbereid.

Wat vertel ik?

In de voorbereiding heb ik lopen dubben. Zal ik het hele verhaal van Tobias vertellen? Of gewoon zeggen dat ik in de zomer van 2017 hier met mijn gezin op vakantie was en graag even wil kijken in het bos? Ik besluit het laatste. Dat maakt de twee zinnen makkelijker. Want mijn doel is om zo snel mogelijk naar het bos op het stuk land wat bij het huis hoort te gaan.

Twee zinnen.

De nieuwe bewoners zitten buiten. De auto parkeer ik op hun gazon. Zij komen naar me toe, terwijl ik uitstap. Jij voelt  dat dit een spannend moment is. Je in het buitenland verstaanbaar maken. Nog één hele diepe teug adem. En dan ga ik.
“Bonjour madame, je suis Reitse Sybesma au Pays Pas. Je cherche mon amis Theo Marijt (vorige eigenaar.;-p ik wist natuurlijk wel dat ie er niet was.)”
“Yes we can talk English.” zegt ze met een Franse tongval.
Kijk dan ben je gered…. Twee zinnen en meer had ik niet nodig. Nu is Engels ook niet mijn sterkste taal (dat is namelijk Gronings…..). Maar het komt er op neer dat ik in het bos mag kijken. Bien sur…

Kekke karretjes.

Ik ben dus gered. In 2 minuten loop ik naar iets toe. Iets wat er mogelijk nog is. Maar mogelijk ook niet. Om bij het bos te komen loop je naar beneden. Door een boog van bomen. Ik geniet. Voel emoties. Ik adem heel diep in en merk hoe ik gevuld word met zwaarbeladen geluk. Als ik verder door de boog naar beneden loop, springen de krekels en sprinkhanen voor me uit. Alsof ze mij de goede weg wijzen, maar ook goed nieuws brengen. Ik loop in een drafje naar beneden de boog van bomen uit. Dan volgt er een open stuk. Met gras. Heel veel gras. Gras wat Tobias en Noovie hebben gemaaid. Niet met de hand hè, maar op gemotoriseerde voertuigen. Kekke karretjes.

Net als toen.

Ik kijk naar rechts. Aan de rand van bos en veld staat een ree. Te grazen. In alle rust. De ree ziet me. Maar graast rustig door. Ik krijg een soort goedkeuring. Van deze bruine vriendelijke poortwachter, die het net als de krekels en sprinkhanen goed vindt (dat kan ik achteraf makkelijk zeggen). Vol vertrouwen loop ik naar beneden het bos in.
Het is er dichtbegroeid. Net als toen.
Alles staat dicht op elkaar. Net als toen.
Overal hoor ik geritsel. Net als toen.
het huis van tobias
Het huis van Tobias

Karrevracht.

Er ik niks veranderd, ook niet als ik wat verder loop en me hier en daar buk. Als ik weer recht op kom, zie ik het. Het huis. Drie stokken. Twee planken. Aan een boom. En een karrevracht aan spijkers. Op één van de stokken die in de grond staat, steken twee spijkers uit. Het moest volgens Tobias goed vastzitten. En dat helpt. Het staat nog steeds zo zoals we het twee jaar eerder achter lieten.

De tand des tijds.

Het is levensgeluk. Herinneringen aan die dag poppen in mijn hoofd op. Alsof ik die dag herbeleef zit ik er midden in. Na wat foto’s en video’s ben ik klaar. Ik ben echt klaar. Het huis (ahum…. 3 stokken, twee planken en veel spijkers) heeft de tand des tijds doorstaan. En zal er ook nog blijven staan. De komende tijd. Er is dus een spot op deze wereld waar To en ik iets gecreëerd hebben. Waardoor deze wereld voor mij een stukje mooier is geworden.
Ik loop terug. De heuvel op. Er komt een rust in me. Ik kan deze plek met een goed gevoel achter me laten. Eenmaal bij het huis aangekomen, bedank ik de lieve mensen. In het Engels. Dan stap ik in. Keer de auto op de weg en rij het smalle paadje af.
Het zweet breekt me van alle kanten uit. Een last valt mijn schouders. Het huis is in handen van Fransen die Engels spreken. Maar belangrijker, het huis van Tobias is er nog.

4 gedachten over “Het huis van Tobias.”

  1. Wat een mooi verhaal lieve Reitse. Zo fijn dat je dit hebt kunnen doen. Op een prachtige plek waar jullie allemaal gelukkig zijn geweest en die wij zo goed kennen.

    Liefs,

    Wim en Sara

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.